Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. huisbewaarder:


Dutch

Detailed Translations for huisbewaarder from Dutch to English

huisbewaarder:

huisbewaarder [de ~ (m)] nomen

  1. de huisbewaarder (huismeester)
    the caretaker

Translation Matrix for huisbewaarder:

NounRelated TranslationsOther Translations
caretaker huisbewaarder; huismeester conciërge; dierverzorger; portier; schoolbewaarder; verzorger; verzorgster

Related Words for "huisbewaarder":

  • huisbewaarders