Dutch
Detailed Translations for iets afhandelen from Dutch to English
iets afhandelen:
-
iets afhandelen (behandelen)
Translation Matrix for iets afhandelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
handle | beugel; deurklink; deurkruk; draagbeugel; greep; handvat in de vorm van stok; heft; hengsel; ingang; kruk; oor; oor van een kopje; steel | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
handle | behandelen; iets afhandelen | bejegenen; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; verhandelen; verkopen |