Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate ijverig

Translate ijverig from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

ijverig:
- arduous; zealous; industrious
Wiktionary:
- ijverig → industrious, hardworking, diligent, assiduous, painful, zealous
- ijverig → avid, keen, eager, enhusiastic, industrious, assiduous, vehement, zealous, diligent, hardworking, active, challenging, exacting, formidable, hard, heavy, tough, arduous, laborious

Dutch

Detailed Translations for ijverig from Dutch to English

ijverig:

ijverig adj

ijverig (vlijtig)
arduous; zealous; industrious
- arduous adj
- zealous adj
- industrious adj

Translation Matrix for ijverig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
arduous	ijverig; vlijtig
industrious	ijverig; vlijtig	actief; arbeidend; arbeidzaam; bedreven; bedrijvig; bezig; druk; naarstig; nijver; noest; onvermoeibaar; verwoed; werkend; werkzaam
zealous	ijverig; vlijtig	bedreven; noest; onvermoeibaar

Related Words for "ijverig":

ijveriger, ijverigere, ijverigst, ijverigste, ijverige

Synonyms for "ijverig":

vlijtig

Antonyms for "ijverig":

lamlendig

Related Definitions for "ijverig":

wie aandachtig en ingespannen ergens aan werkt¹
- het kind maakte ijverig zijn huiswerk¹

Wiktionary Translations for ijverig:

ijverig

adjective

hard-working and persistent
- industrious → vlijtig; ijverig
taking her work seriously and doing it well and rapidly
- hardworking → ijverig; vlijtig
performing with intense concentration, focus, responsible regard
- diligent → toegewijd; ijverig; vlijtig
hard-working, diligent
- assiduous → betrouwbaar; ijverig; vlijtig
painstaking; careful; industrious
- painful → pijnlijk; ijverig; zorgzaam
full of zeal; ardent
- zealous → ijverig; vlijtig

Cross Translation:

From	To	Via
• ijverig	→ avid; keen; eager; enhusiastic; industrious; assiduous; vehement; zealous	↔ eifrig — strebsam, fleißig
• ijverig	→ assiduous; diligent; hardworking; industrious; active	↔ assidu — propre\|fr (figuré) Qui fait preuve d’assiduité.
• ijverig	→ challenging; exacting; formidable; hard; heavy; tough; arduous; hardworking; active; diligent; laborious; industrious; assiduous	↔ laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.

¹Muiswerk Woordenboek