Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ingenieurs:
  2. ingenieur:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ingenieurs from Dutch to English

ingenieurs:

ingenieurs [de ~] nomen, plural

  1. de ingenieurs
    the engineers

Translation Matrix for ingenieurs:

NounRelated TranslationsOther Translations
engineers ingenieurs

Related Words for "ingenieurs":


ingenieur:

ingenieur [de ~ (m)] nomen

  1. de ingenieur
    the engineer

Translation Matrix for ingenieur:

NounRelated TranslationsOther Translations
engineer ingenieur machinist; treinbestuurder

Related Words for "ingenieur":


Related Definitions for "ingenieur":

  1. wie is afgestudeerd aan een technische hogeschool1
    • hij is ingenieur bij een groot bouwbedrijf1

Wiktionary Translations for ingenieur:

ingenieur
noun
  1. een hogergeschoold persoon die wetenschappelijke kennis gebruikt om allerhande technische, technologische en organisatorische problemen op te lossen
ingenieur
noun
  1. person who finds a technical solution to a problem
  2. person qualified or professionally engaged in engineering

Cross Translation:
FromToVia
ingenieur engineer IngenieurHochschulabsolvent technischer Studiengänge, Ingenieurwissenschaften
ingenieur engineer ingénieur — Personne qui conduire des ouvrages ou travaux publics, tels que la construction et l’entretien des routes, la construction des vaisseaux, l’exploitation des mines, etc., ou qui s’occuper, soit théoriquement, soit pratiquement, des applications [[in

External Machine Translations:

Related Translations for ingenieurs