Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate initiëren
Translate
initiëren
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
initiëren:
initiate
;
start off
;
set
Wiktionary:
initiëren →
initiate
,
trigger
Dutch
Detailed Translations for
initiëren
from Dutch to English
initiëren:
initiëren
verb
initiëren
(
op gang brengen
)
to
initiate
;
start off
; to
set
initiate
verb
(initiates, initiated, initiating)
start off
verb
set
verb
(sets, set, setting)
Translation Matrix for initiëren:
Noun
Related Translations
Other Translations
initiate
adept
;
ingewijde
;
insider
set
accumulatie
;
bende
;
benoemde set
;
bepaalde hoeveelheid
;
concours
;
groep
;
groep van twee of meer
;
hoop
;
kliek
;
koppel
;
manche
;
onderonsje
;
partij
;
pot
;
samenscholing
;
set
;
span
;
stel
;
strijd
;
troep
;
wedstrijd
Verb
Related Translations
Other Translations
initiate
initiëren
;
op gang brengen
aankaarten
;
aansnijden
;
aanvoeren
;
engageren
;
entameren
;
erbij betrekken
;
inaugureren
;
inhuldigen
;
inviteren
;
inwijden
;
naar voren brengen
;
ontgroenen
;
op tafel leggen
;
opperen
;
opwerpen
;
plechtig bevestigen
;
poneren
;
suggereren
;
te berde brengen
;
ter sprake brengen
;
uitnodigen
set
initiëren
;
op gang brengen
deponeren
;
gelijkzetten
;
inklinken
;
leggen
;
neerleggen
;
neerzetten
;
onder water gaan
;
ondergaan
;
plaatsen
;
situeren
;
stationeren
;
stijf worden
;
stremmen
;
synchroniseren
;
zetten
;
zich afspelen
;
zinken
start off
initiëren
;
op gang brengen
Adjective
Related Translations
Other Translations
set
star
;
strak
;
strakgespannen
;
verstard
Wiktionary Translations for
initiëren
:
initiëren
verb
inwijden
,
invoeren
initiëren
→
initiate
initiëren
verb
to begin; to start
initiate
→
initiëren
;
aanvangen
;
starten
;
beginnen
to initiate something
trigger
→
initiëren
;
activeren
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads