Dutch
Detailed Translations for inkrimpen from Dutch to English
inkrimpen:
-
inkrimpen (slinken; krimpen)
to shrink; to diminish; to decrease; to reduce; to shrivel up; to shrink back; to dwindle; to lessen; to shrivel; to go down; shrink away; to drop-
shrink away verb
-
inkrimpen (slinken; kleiner worden)
-
inkrimpen (verminderen; slinken; afnemen; krimpen; verkleinen; minder worden)
-
inkrimpen (verminderen; reduceren; afnemen; beperken; verlagen; inperken; verkorten; minder worden; krimpen; slinken; minderen)
to decrease; to diminish; to reduce; to curtail; to lessen; to scale down; to dwindle; shrink away; to mark down-
shrink away verb
Conjugations for inkrimpen:
o.t.t.
- krimp in
- krimpt in
- krimpt in
- krimpen in
- krimpen in
- krimpen in
o.v.t.
- kromp in
- kromp in
- kromp in
- krompen in
- krompen in
- krompen in
v.t.t.
- ben ingekrompen
- bent ingekrompen
- is ingekrompen
- zijn ingekrompen
- zijn ingekrompen
- zijn ingekrompen
v.v.t.
- was ingekrompen
- was ingekrompen
- was ingekrompen
- waren ingekrompen
- waren ingekrompen
- waren ingekrompen
o.t.t.t.
- zal inkrimpen
- zult inkrimpen
- zal inkrimpen
- zullen inkrimpen
- zullen inkrimpen
- zullen inkrimpen
o.v.t.t.
- zou inkrimpen
- zou inkrimpen
- zou inkrimpen
- zouden inkrimpen
- zouden inkrimpen
- zouden inkrimpen
diversen
- krimp in!
- krimpt in!
- ingekrompen
- inkrimpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inkrimpen:
Wiktionary Translations for inkrimpen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inkrimpen | → couch; demean; deprave; discredit; downsize; destroy; ruin; wreck; decrease; lessen; diminish; shrink; abridge; cry down; cut up; demolish; pull to pieces; run down; write down; draw; streak; mortify | ↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur. |
• inkrimpen | → reduce; downsize; lower | ↔ réduire — restreindre, diminuer, ou faire diminuer. |