Dutch
Detailed Translations for inraam from Dutch to English
inramen:
-
inramen
Conjugations for inramen:
o.t.t.
- raam in
- raamt in
- raamt in
- ramen in
- ramen in
- ramen in
o.v.t.
- raamde in
- raamde in
- raamde in
- raamden in
- raamden in
- raamden in
v.t.t.
- heb ingeraamd
- hebt ingeraamd
- heeft ingeraamd
- hebben ingeraamd
- hebben ingeraamd
- hebben ingeraamd
v.v.t.
- had ingeraamd
- had ingeraamd
- had ingeraamd
- hadden ingeraamd
- hadden ingeraamd
- hadden ingeraamd
o.t.t.t.
- zal inramen
- zult inramen
- zal inramen
- zullen inramen
- zullen inramen
- zullen inramen
o.v.t.t.
- zou inramen
- zou inramen
- zou inramen
- zouden inramen
- zouden inramen
- zouden inramen
en verder
- is inramen
diversen
- raam in!
- raamt in!
- ingeraamd
- inramend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inramen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
frame | brilmontuur; casco; constitutie; dakspant; frame; geraamte; gestel; kader; karkas; lijst; montuur; omlijsting; raam; raamwerk; rand; skelet; spant; vliegtuigromp | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
frame | inramen | inlijsten; omkaderen; omlijsten |