Summary
Dutch
Detailed Translations for intekenen from Dutch to English
intekenen:
-
intekenen (inschrijven)
-
intekenen (subscriberen; aanmelden; opgeven; inschrijven)
Conjugations for intekenen:
o.t.t.
- teken in
- tekent in
- tekent in
- tekenen in
- tekenen in
- tekenen in
o.v.t.
- tekende in
- tekende in
- tekende in
- tekenden in
- tekenden in
- tekenden in
v.t.t.
- heb ingetekend
- hebt ingetekend
- heeft ingetekend
- hebben ingetekend
- hebben ingetekend
- hebben ingetekend
v.v.t.
- had ingetekend
- had ingetekend
- had ingetekend
- hadden ingetekend
- hadden ingetekend
- hadden ingetekend
o.t.t.t.
- zal intekenen
- zult intekenen
- zal intekenen
- zullen intekenen
- zullen intekenen
- zullen intekenen
o.v.t.t.
- zou intekenen
- zou intekenen
- zou intekenen
- zouden intekenen
- zouden intekenen
- zouden intekenen
en verder
- is ingetekend
diversen
- teken in!
- tekent in!
- ingetekend
- intekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze