Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. intocht:


Dutch

Detailed Translations for intocht from Dutch to English

intocht:

intocht [de ~ (m)] nomen

  1. de intocht (binnenkomst; entree; intrede)
    the entrance; the entry; the arrival; the incoming; the entering

Translation Matrix for intocht:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrival binnenkomst; entree; intocht; intrede aankomen; aankomst; arriveren; binnenkomst; komen; komst; overkomst
entering binnenkomst; entree; intocht; intrede binnendringen; binnengaan; indringing; ingang; penetratie
entrance binnenkomst; entree; intocht; intrede entree; ingang; inlaat; invaart; toegang
entry binnenkomst; entree; intocht; intrede aankomst; aanmelden; binnenkomst; boeking; entree; hoofdwoord; ingang; inkomst; inlaat; inschrijving; invoer; lemma; toegang; toetreding; trefwoord; vermelding
incoming binnenkomst; entree; intocht; intrede ingang
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
incoming binnenkomend; inkomend
OtherRelated TranslationsOther Translations
entrance verrukken