Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. inzending:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inzending from Dutch to English

inzending:

inzending [de ~ (v)] nomen

  1. de inzending
    the submission; the contribution; the exhibit

Translation Matrix for inzending:

NounRelated TranslationsOther Translations
contribution inzending bijdrage; contributie; donaties; giften; jaarlijkse contributie; lidmaatschapsgeld
exhibit inzending
submission inzending discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; submissie; tucht
VerbRelated TranslationsOther Translations
exhibit etaleren; exposeren; openbaren; tentoonstellen; tonen; uitstallen; vertonen; voor ogen brengen; zich uiten

Wiktionary Translations for inzending:

inzending
noun
  1. the thing which has been submitted