Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. jachttijd:


Dutch

Detailed Translations for jachttijd from Dutch to English

jachttijd:

jachttijd [de ~ (m)] nomen

  1. de jachttijd (jachtseizoen)
    the hunting season; the shooting-season

Translation Matrix for jachttijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
hunting season jachtseizoen; jachttijd jaagtijd
shooting-season jachtseizoen; jachttijd jaagtijd