Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. join:


Dutch

Detailed Translations for join from Dutch to English

join:

join

  1. join
    the join
    – A connection between multiple tables where records from related fields that match are combined and shown as one record. Records that don't match may be included or excluded, depending on the type of join. 1
    • join [the ~] nomen

Translation Matrix for join:

NounRelated TranslationsOther Translations
join join aanvoegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
join aaneenlassen; aaneenschakelen; aansluiten; bij elkaar brengen; bijdoen; bijeen komen; bijeenbrengen; bijsluiten; bijvoegen; binden; bundelen; combineren; concentreren; deelnemen; een combinatie maken; erbij komen; erbij voegen; in de val laten lopen; knevelen; knopen; koppelen; lassen; meedoen; participeren; samenbrengen; samenkomen; samenvoegen; strikken; toevoegen; vastbinden; vastmaken; verbinden; voegen; zich voegen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
join mede; mee