Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. junk:


Dutch

Detailed Translations for junk from Dutch to English

junk:

junk [de ~ (m)] nomen

  1. de junk (prullaria; rommel)
    the trash; the junk
  2. de junk (drugsverslaafde; gebruiker)
    the drug addict

Translation Matrix for junk:

NounRelated TranslationsOther Translations
drug addict drugsverslaafde; gebruiker; junk druggebruiker; drugverslaafde
junk junk; prullaria; rommel clichékunst; jonk; kitsch; ongewenste e-mail; prullaria
trash junk; prullaria; rommel afval; bocht; clichékunst; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; kitsch; prullaria; rommel; rotzooi; slechte drank; smerig spul; troep; uitvaagsel; voddengoed; vuilnis; vullis
VerbRelated TranslationsOther Translations
trash 'n aframmeling geven; aframmelen; afrossen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren

Related Words for "junk":