Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kaarsenpitten:
  2. kaarsenpit:


Dutch

Detailed Translations for kaarsenpitten from Dutch to English

kaarsenpitten:

kaarsenpitten [de ~] nomen, plural

  1. de kaarsenpitten
    the wicks

Translation Matrix for kaarsenpitten:

NounRelated TranslationsOther Translations
wicks kaarsenpitten kousen; kousjes; lampenkousjes; lonten; nylonkousen; wieken

Related Words for "kaarsenpitten":


kaarsenpit:

kaarsenpit [de ~] nomen

  1. de kaarsenpit (pit)
    the wick; the kernel; the pip; the pith
  2. de kaarsenpit (lemmet; pit)
    the wick
    • wick [the ~] nomen

Translation Matrix for kaarsenpit:

NounRelated TranslationsOther Translations
kernel kaarsenpit; pit binnenste; kern; kernel; lont; ontsteking; pit; vruchtenpit
pip kaarsenpit; pit binnenste van een vrucht; lont; ontsteking; pit; vruchtenpit
pith kaarsenpit; pit beenmerg; binnenste; kern; lont; ontsteking
wick kaarsenpit; lemmet; pit boomwol; katoen; katoenstof; kousje; lampenkousje; lont; ontsteking

Related Words for "kaarsenpit":