Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate kabinetjes

Translate kabinetjes from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

kabinetjes:
- cabinets; cupboards; closets; book-cases; cases; boxes
kabinet:
- government; cabinet; administration; local government; colonial government; colonial administration; parliament; States General Chamber; cabinet-closet
Wiktionary:
- kabinet → ministry, cabinet
- kabinet → ministry, department, administration, cabinet

Dutch

Detailed Translations for kabinetjes from Dutch to English

kabinetjes:

kabinetjes [znw.] nomen

kabinetjes (kastjes)
the cabinets; the cupboards; the closets; the book-cases; the cases; the boxes
- cabinets [the ~] nomen
- cupboards [the ~] nomen
- closets [the ~] nomen
- book-cases [the ~] nomen
- cases [the ~] nomen
- boxes [the ~] nomen

Translation Matrix for kabinetjes:

Noun	Related Translations	Other Translations
book-cases	kabinetjes; kastjes
boxes	kabinetjes; kastjes	boxen; kastkoffers; luidsprekers
cabinets	kabinetjes; kastjes	kabinetten; kasten
cases	kabinetjes; kastjes
closets	kabinetjes; kastjes	kabinetten; kasten
cupboards	kabinetjes; kastjes	kabinetten; kasten; legborden; legkasten; planken

Related Words for "kabinetjes":

kabinet

kabinetjes form of kabinet:

kabinet [het ~] nomen

het kabinet (regering; gouvernement; gezag)
the government; the cabinet; the administration; the local government; the colonial government; the colonial administration
- government [the ~] nomen
- cabinet [the ~] nomen
- administration [the ~] nomen
- local government [the ~] nomen
- colonial government [the ~] nomen
- colonial administration [the ~] nomen
het kabinet (Kamer der Staten-Generaal; kamer)
the parliament; the States General Chamber
- parliament [the ~] nomen
- States General Chamber [the ~] nomen
het kabinet (kabinetkast)
the cabinet; the cabinet-closet
- cabinet [the ~] nomen
- cabinet-closet [the ~] nomen

Translation Matrix for kabinet:

Noun	Related Translations	Other Translations
States General Chamber	Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer
administration	gezag; gouvernement; kabinet; regering	aanwenden; aanwending; administratie; beheer; bescherming; bewaking; controle; gebruik; hoede; toediening; toepassing; toezicht; zeggenschap; zorg
cabinet	gezag; gouvernement; kabinet; kabinetkast; regering	kabinetje; kast; kastje; ministerraad; ministerraden
cabinet-closet	kabinet; kabinetkast
colonial administration	gezag; gouvernement; kabinet; regering
colonial government	gezag; gouvernement; kabinet; regering
government	gezag; gouvernement; kabinet; regering	autoriteiten; bestuursapparaat; bewind; landsregering; openbaar gezag; overheid; regering; regeringsapparaat; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; staatsbestel; staatsbestuur
local government	gezag; gouvernement; kabinet; regering	plaatselijke overheid
parliament	Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer	parlement

Related Words for "kabinet":

kabinetten, kabinets, kabinetje, kabinetjes

Related Definitions for "kabinet":

alle ministers bij elkaar¹
- het kabinet heeft een besluit genomen¹
grote, ouderwetse kast¹
- in het kabinet van oma lagen stapels linnengoed¹

Wiktionary Translations for kabinet:

kabinet

noun

complete body of government ministers
- ministry → gouvernement; ministerie; kabinet; regering
group of advisors
- cabinet → kabinet

Cross Translation:

From	To	Via
• kabinet	→ ministry; department; administration; cabinet	↔ ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.

¹Muiswerk Woordenboek