Dutch

Detailed Translations for kalmering from Dutch to English

kalmering:

kalmering [de ~ (v)] nomen

  1. de kalmering (geruststelling)
    the appeasement; the relief; the soothing; the relaxation; the appeasing; the quieting; the allaying; the calming; the steadying; the pacifying; the calming down

Translation Matrix for kalmering:

NounRelated TranslationsOther Translations
allaying geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
appeasement geruststelling; kalmering bevrediging; geruststelling; opluchting; satisfactie; verademing; voldoening
appeasing geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
calming geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
calming down geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
pacifying geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
quieting geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
relaxation geruststelling; kalmering afleiding; verpozing; verstrooiing; verzet; verzetje
relief geruststelling; kalmering aftrek; aftrekking; assistentie; bemoediging; bevrijding; bijstand; deductie; handreiking; herademing; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; ondersteuning; ontzet; ontzetting; opluchting; opmontering; redding; reliëf; sociale bijstand; uitkering; verlichting; verlossing; vermindering; vertroosting; verzachting; vrijmaking
soothing geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
steadying geruststelling; kalmering geruststelling; opluchting; verademing
VerbRelated TranslationsOther Translations
calming down kalmeren
soothing kalmeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
soothing geruststellend; rustgevend; verzachtend