Dutch
Detailed Translations for kapseis from Dutch to English
kapseizen:
-
kapseizen
Conjugations for kapseizen:
o.t.t.
- kapseis
- kapseist
- kapseist
- kapseizen
- kapseizen
- kapseizen
o.v.t.
- kapseisde
- kapseisde
- kapseisde
- kapseisden
- kapseisden
- kapseisden
v.t.t.
- ben gekapseisd
- bent gekapseisd
- is gekapseisd
- zijn gekapseisd
- zijn gekapseisd
- zijn gekapseisd
v.v.t.
- was gekapseisd
- was gekapseisd
- was gekapseisd
- waren gekapseisd
- waren gekapseisd
- waren gekapseisd
o.t.t.t.
- zal kapseizen
- zult kapseizen
- zal kapseizen
- zullen kapseizen
- zullen kapseizen
- zullen kapseizen
o.v.t.t.
- zou kapseizen
- zou kapseizen
- zou kapseizen
- zouden kapseizen
- zouden kapseizen
- zouden kapseizen
diversen
- kapseis!
- kapseist!
- gekapseisd
- kapseizend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
kapseizen
Translation Matrix for kapseizen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
capsizing | kapseizen | |
keeling over | kapseizen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
capsize | kapseizen |
Wiktionary Translations for kapseizen:
kapseizen
Cross Translation:
verb
kapseizen
-
ondersteboven komen liggen
- kapseizen → capsize
verb
-
of a vessel: to roll so far on its side that it cannot recover
-
(intransitive) to overturn
-
cause to turn sideways to oncoming waves
-
turn sideways to oncoming waves
-
to turn over, capsize
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kapseizen | → overbalance; capsize; overturn | ↔ kentern — Nautik: (von Wasserfahrzeugen) sich zur Seite neigen und auf der einen Seite oder kieloben liegen bleiben |