Dutch
Detailed Translations for kleinigheden from Dutch to English
kleinigheden:
-
de kleinigheden (bagatellen; akkefietjes)
-
de kleinigheden (kleine dingen)
-
de kleinigheden (futiliteiten; dingetjes; kleinigheidjes)
Translation Matrix for kleinigheden:
Related Words for "kleinigheden":
kleinigheid:
-
de kleinigheid (bagatel; akkefietje)
-
de kleinigheid (futiliteit; onbelangrijk iets; bagatel; dingetje; peulenschil; niemendalletje; wissewasje)
the trifle; the futility; the small thing; the small affair; the something unimportant; the small matter -
de kleinigheid (snuisterij)
the small thing -
de kleinigheid (bagatel; peulenschil; wissewasje)
the trifle; the bagatelle; the futility; the a piece of cake; the child's play; the small matter; the small affair; the small thing; the something unimportant -
de kleinigheid (klein cadeautje)
-
de kleinigheid (beetje)
the little bit
Translation Matrix for kleinigheid:
Related Words for "kleinigheid":
Wiktionary Translations for kleinigheid:
kleinigheid
Cross Translation:
noun
-
negligible effect
-
something considered trivial enough to ignore
-
uncountable: a profusion of details
-
something small enough to escape casual notice
-
trifle
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kleinigheid | → bagatelle; chicken-feed; trifle | ↔ Kleinigkeit — winzige oder unbedeutende Sache |
• kleinigheid | → chicken-feed; bagatelle; trifle | ↔ Lappalie — eine Kleinigkeit, eine Nichtigkeit, eine höchst unbedeutende Sache |
• kleinigheid | → bauble; bagatelle; trifle | ↔ babiole — (vieilli) jouet d’enfants. |
• kleinigheid | → bagatelle; trinket; bauble; trifle; sexual love; sex | ↔ bagatelle — chose de peu de prix et peu nécessaire. |
• kleinigheid | → epsilon | ↔ epsilon — Chose négligeable |