Summary
Dutch
Detailed Translations for kluisters from Dutch to English
kluisters:
Translation Matrix for kluisters:
Noun | Related Translations | Other Translations |
handcuffs | ketenen; kluisters; knevels | boeien; handboei; handboeien; handijzers |
irons | ketenen; kluisters; knevels | boeien; handboeien; handijzers |
manacles | ketenen; kluisters; knevels | boeien; handboei; handboeien; handijzers |
Related Words for "kluisters":
kluister:
-
de kluister (aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; keten; ketting; boei)
Translation Matrix for kluister:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chain | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister | aaneenschakeling; cyclus; grootwinkelbedrijf; halsketting; halssnoer; kabel; kabeltouw; keten; ketting; kettinkje; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; scheepskabel; scheepstouw; serie; snoer; winkelketen |
cuff | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister | manchet; manchetknoop |
fetter | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister | boeien; handboeien; handijzers |
shackle | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister | voetboei |
Verb | Related Translations | Other Translations |
chain | binden; boeien; ketenen; kluisteren; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen | |
fetter | handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen | |
shackle | binden; boeien; handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen; kluisteren |