Dutch
Detailed Translations for knipsluiting from Dutch to English
knipsluiting:
Translation Matrix for knipsluiting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
catch | knip; knipslot; knipsluiting | buit; deurknip; grendel; knip; onderschepping; schoot; schuif; tong; vangst; verschuifbare sluiting |
clasp-fastening | knip; knipslot; knipsluiting | grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting |
clasp-lock | knip; knipslot; knipsluiting | |
latch | knip; knipslot; knipsluiting | grendel; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting |
spring-bolt | knip; knipslot; knipsluiting | deurknip; grendel; knip; schoot; schuif; tong; verschuifbare sluiting |
Verb | Related Translations | Other Translations |
catch | aanklampen; aanpakken; azen; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; betrappen; buitmaken; graaien; grijpen; grissen; inpakken; inpalmen; jatten; klauwen; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; opvangen; pakken; pikken; prooizoeken; snaaien; snappen; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verstrikken; wat neervalt opvangen; wegkapen |