Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate koppelwoorden

Translate koppelwoorden from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

koppelwoorden:
- conjunctions; link words; copulatives
koppelwoord:
- conjunction; copulative; link word

Dutch

Detailed Translations for koppelwoorden from Dutch to English

koppelwoorden:

koppelwoorden [de ~] nomen, plural

de koppelwoorden (voegwoorden)
the conjunctions; the link words; the copulatives
- conjunctions [the ~] nomen
- link words [the ~] nomen
- copulatives [the ~] nomen

Translation Matrix for koppelwoorden:

Noun	Related Translations	Other Translations
conjunctions	koppelwoorden; voegwoorden
copulatives	koppelwoorden; voegwoorden
link words	koppelwoorden; voegwoorden

Related Words for "koppelwoorden":

koppelwoord

koppelwoord:

koppelwoord [het ~] nomen

het koppelwoord (voegwoord)
the conjunction; the copulative; the link word
- conjunction [the ~] nomen
- copulative [the ~] nomen
- link word [the ~] nomen

Translation Matrix for koppelwoord:

Noun	Related Translations	Other Translations
conjunction	koppelwoord; voegwoord
copulative	koppelwoord; voegwoord
link word	koppelwoord; voegwoord

Related Words for "koppelwoord":

koppelwoorden