Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kuieren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kuierend from Dutch to English

kuieren:

kuieren verb (kuier, kuiert, kuierde, kuierden, gekuierd)

  1. kuieren (wandelen; lopen; slenteren; rondslenteren)
    to walk; to stroll; to promenade; to saunter; to amble; to parade
    • walk verb (walks, walked, walking)
    • stroll verb (strolls, strolled, strolling)
    • promenade verb (promenades, promenaded, promenading)
    • saunter verb (saunters, sauntered, sauntering)
    • amble verb (ambles, ambled, ambling)
    • parade verb (parades, paraded, parading)

Conjugations for kuieren:

o.t.t.
  1. kuier
  2. kuiert
  3. kuiert
  4. kuieren
  5. kuieren
  6. kuieren
o.v.t.
  1. kuierde
  2. kuierde
  3. kuierde
  4. kuierden
  5. kuierden
  6. kuierden
v.t.t.
  1. heb gekuierd
  2. hebt gekuierd
  3. heeft gekuierd
  4. hebben gekuierd
  5. hebben gekuierd
  6. hebben gekuierd
v.v.t.
  1. had gekuierd
  2. had gekuierd
  3. had gekuierd
  4. hadden gekuierd
  5. hadden gekuierd
  6. hadden gekuierd
o.t.t.t.
  1. zal kuieren
  2. zult kuieren
  3. zal kuieren
  4. zullen kuieren
  5. zullen kuieren
  6. zullen kuieren
o.v.t.t.
  1. zou kuieren
  2. zou kuieren
  3. zou kuieren
  4. zouden kuieren
  5. zouden kuieren
  6. zouden kuieren
en verder
  1. ben gekuierd
  2. bent gekuierd
  3. is gekuierd
  4. zijn gekuierd
  5. zijn gekuierd
  6. zijn gekuierd
diversen
  1. kuier!
  2. kuiert!
  3. gekuierd
  4. kuierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kuieren:

NounRelated TranslationsOther Translations
amble telgang
parade defilé; parade
promenade kuier; loopje; omloop; ommetje; promenade; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht
stroll kuier; loopje; omloop; ommetje; rondwandeling; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht
walk kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandelroute; wandeltocht
VerbRelated TranslationsOther Translations
amble kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen
parade kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen exposeren; flaneren; paraderen; tentoonstellen; tonen; vertonen; voor ogen brengen
promenade kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen
saunter kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; flaneren; hannesen; slenteren; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren
stroll kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen drentelen; slenteren
walk kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen gaan; lopen; stappen; stapvoets gaan; toelopen; zich begeven; zich voortbewegen

Related Words for "kuieren":


Wiktionary Translations for kuieren:


Cross Translation:
FromToVia
kuieren stroll; walk spazierengemächlich gehen zum Zwecke der Entspannung und Zerstreuung