Dutch

Detailed Translations for kwestie from Dutch to English

kwestie:

kwestie [de ~ (v)] nomen

  1. de kwestie (issue; punt)
    the issue; the case; the question
  2. de kwestie (aangelegenheid; geval; zaak; affaire)
    the business; the case; the matter; the affair
  3. de kwestie (geval; zaak)
    the issue; the point of discussion; the question
  4. de kwestie (probleem; vraagstuk)
    the matter; the case; the question; the problem
  5. de kwestie (opgave; vraagstuk; opgaaf; zwaarte; probleem)
    the assignment; the problematical case; the summary; the statement; the question; the task; the problem; the problems
  6. de kwestie (casus; geval)
    the case
    • case [the ~] nomen
  7. de kwestie (geschil; ruzie; twist)
    the quarrel; the wrangle; the squabble

Translation Matrix for kwestie:

NounRelated TranslationsOther Translations
affair aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak affaire; avontuurtje; feit; gebeurtenis; incident; liaison; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding; voorval
assignment kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte aanwijzing; bevelschrift; consigne; dwangbevel; gunning; instructie; opdracht; order; taak; toewijzing; voorschrift
business aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak aangelegenheden; affaires; bedrijf; bedrijfsleven; commercie; coöperatie; feit; firma; gebeurtenis; handel; handelsbedrijf; handelshuis; handelswaar; incident; klandizie; kleine onderneming; koophandel; koopwaar; maatschap; maatschappij; nering; onderneming; vennootschap; voorval; waar; winkelbedrijf; zaak; zaken
case aangelegenheid; affaire; casus; geval; issue; kwestie; probleem; punt; vraagstuk; zaak aanvraag; behuizing; contract; doos; etui; foedraal; geding; kist; kistje; koker; kokervormig doosje; krat; kratje; la; lade; naamval; pennendoosje; pennenkoker; procedure; proces; proefpersoon; rechtsgeding; rechtszaak; schuifla; schuiflade; taak
issue geval; issue; kwestie; punt; zaak actiepunt; afgifte; aflevering; editie; emissie; uitdeling; uitgaaf; uitgave; uitgifte; uitreiking; uitstoot; verstrekking
matter aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; probleem; vraagstuk; zaak artikel; bik; ding; feit; gebeurtenis; goed; gruis; incident; item; macadam; materie; metselspecie; mortel; object; puin; split; steengruis; steenslag; stof; substantie; voorval; voorwerp; zaak
point of discussion geval; kwestie; zaak
problem kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte complicatie; geval; interpellatie; knik; probleem; probleemgeval; strubbeling; vraag
problematical case kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte geval; ingewikkeldheid; moeilijkheid; probleem; probleemgeval
problems kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte beroeringen; defecten; kwesties; moeilijkheden; narigheden; ongemakken; ongerieven; problematiek; problemen; sores; zorgen
quarrel geschil; kwestie; ruzie; twist botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
question geval; issue; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; punt; vraagstuk; zaak; zwaarte interpellatie; vraag
squabble geschil; kwestie; ruzie; twist debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
statement kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte aangifte; aantekening; bankafschrift; bekendmaking; bericht; bevestiging; beweren; bewering; boodschap; constatering; declaratie; financieel overzicht; frase; gewag; gezegde; instructie; lijst; mededeling; melding; meningsuiting; noot; notitie; opgave; opheldering; opnoeming; opschrijving; opsomming; overzicht; proces verbaal; rapport; rekeningoverzicht; relaas; staat; statement; stelling; tijding; toelichting; uitdrukking; uitlating; uitlegging; uitspraak; vaststelling; verklaring; vermelding; verwittiging; zegswijze; zin
summary kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte excerpt; extract; lijst; opnoeming; opsomming; resumé; samenvatting; staat; uittreksel
task kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte arbeid; ingewikkeldheid; job; karwei; karweitje; klusje; moeilijkheid; probleem; schoolopdracht; taak
wrangle geschil; kwestie; ruzie; twist
- moeilijkheid; probleem; zaak
VerbRelated TranslationsOther Translations
issue openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven
matter afzetten; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
quarrel bakkeleien; bekampen; bekvechten; bestrijden; bevechten; hakketakken; in onmin geraken; kiften; kijven; knokken; krakelen; matten; ruzie maken; ruzieën; ruziën; strijden; twisten; vechten
question aanvechten; aarzelen; bestrijden; betwisten; doorvragen; doorzagen; interpelleren; ondervragen; overhoren; twijfelen; uithoren; uitvragen; verhoren; weifelen
squabble kibbelen; kiften
wrangle bakkeleien; bekvechten; hakketakken; kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruzieën; ruziën; twisten
OtherRelated TranslationsOther Translations
issue uitkomen; uitstromen

Related Words for "kwestie":


Synonyms for "kwestie":


Related Definitions for "kwestie":

  1. waar het over gaat1
    • ik heb de kwestie met hem besproken1
  2. waar niet meteen een antwoord of een oplossing is1
    • de kwestie is: wie wordt de nieuwe directeur1

Wiktionary Translations for kwestie:

kwestie
noun
  1. zaak, geschil, probleem
kwestie
noun
  1. topic under discussion

Cross Translation:
FromToVia
kwestie question; inquiry; issue; point; query questioninterrogation, demande que l’on faire pour s’informer de quelque chose.

Related Translations for kwestie