Summary
Dutch to English: more detail...
- land:
- landen:
-
Wiktionary:
- land → land, country, homeland
- land → landlocked
- land → field, farmland, land, country, glebe, earth
- landen → land
- landen → begin, commence, start, collide with, crash into, bring up, broach, land, address, accost, hitch on, hook on, attach, approach, deal with, tackle, berth, alight, beach, touch down
Dutch
Detailed Translations for land from Dutch to English
land:
Translation Matrix for land:
Related Words for "land":
Synonyms for "land":
Related Definitions for "land":
Wiktionary Translations for land:
land
Cross Translation:
noun
land
-
gedeelte van het aardoppervlak dat boven water uitsteekt
- land → land
-
dat deel van de aardbodem dat geschikt is voor of gebruikt wordt voor bebouwing of landbouw en veeteelt
- land → land
-
een geografisch gebied aan één bepaald gezag onderworpen
- land → country
-
niet verstedelijkt gebied
- land → country
-
het eigen land, het land waar men geboren is
- land → homeland
adjective
-
surrounded by land
- landlocked → land; omgeven; binnen; door
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• land | → field; farmland | ↔ champ — Terrain de campagne |
• land | → land; country | ↔ contrée — géographie|fr certain étendue de pays. |
• land | → glebe | ↔ glèbe — terre du domaine auquel un serf était attacher, à l’époque féodale, en sorte qu’on le vendre avec le fonds. |
• land | → land | ↔ terre — Surface de notre planète qui n’est pas recouverte par l’eau |
• land | → earth | ↔ terre — Partie que l’on possède |
land form of landen:
-
landen (aankomen op vliegveld)
-
landen (terechtkomen; neerkomen; op de grond komen)
-
landen (neerdalen; afdalen; neerkomen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen)
Conjugations for landen:
o.t.t.
- land
- landt
- landt
- landen
- landen
- landen
o.v.t.
- landde
- landde
- landde
- landden
- landden
- landden
v.t.t.
- ben geland
- bent geland
- is geland
- zijn geland
- zijn geland
- zijn geland
v.v.t.
- was geland
- was geland
- was geland
- waren geland
- waren geland
- waren geland
o.t.t.t.
- zal landen
- zult landen
- zal landen
- zullen landen
- zullen landen
- zullen landen
o.v.t.t.
- zou landen
- zou landen
- zou landen
- zouden landen
- zouden landen
- zouden landen
diversen
- land!
- landt!
- geland
- landend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for landen:
Related Words for "landen":
Wiktionary Translations for landen:
landen
Cross Translation:
verb
landen
-
vanuit de zee, de lucht of de ruimte voet op vaste bodem zetten
- landen → land
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• landen | → begin; commence; start; collide with; crash into; bring up; broach; land; address; accost; hitch on; hook on; attach; approach; deal with; tackle; berth | ↔ aborder — intransitif|fr marine|fr arriver au bord, prendre terre. |
• landen | → land; alight; beach; touch down | ↔ atterrir — Arriver au voisinage de la terre (Sens général) |