Dutch
Detailed Translations for laten lopen from Dutch to English
laten lopen:
-
laten lopen (niet vasthouden; laten gaan)
Conjugations for laten lopen:
o.t.t.
- laat lopen
- laat lopen
- laat lopen
- laten lopen
- laten lopen
- laten lopen
o.v.t.
- liet lopen
- liet lopen
- liet lopen
- lieten lopen
- lieten lopen
- lieten lopen
v.t.t.
- heb laten lopen
- hebt laten lopen
- heeft laten lopen
- hebben laten lopen
- hebben laten lopen
- hebben laten lopen
v.v.t.
- had laten lopen
- had laten lopen
- had laten lopen
- hadden laten lopen
- hadden laten lopen
- hadden laten lopen
o.t.t.t.
- zal laten lopen
- zult laten lopen
- zal laten lopen
- zullen laten lopen
- zullen laten lopen
- zullen laten lopen
o.v.t.t.
- zou laten lopen
- zou laten lopen
- zou laten lopen
- zouden laten lopen
- zouden laten lopen
- zouden laten lopen
diversen
- laat lopen!
- laat lopen!
- laten lopen
- lopen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for laten lopen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
let free | laten gaan; laten lopen; niet vasthouden | vrijaf geven; vrijgeven |
let go | laten gaan; laten lopen; niet vasthouden | amnestie verlenen; bevrijden; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; loslaten; losmaken; niet vasthouden; van de boeien ontdoen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten |