Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lepralijders:
  2. lepralijder:


Dutch

Detailed Translations for lepralijders from Dutch to English

lepralijders:

lepralijders [de ~] nomen, plural

  1. de lepralijders (melaatsen)
    the lepers; the leprosy sufferers

Translation Matrix for lepralijders:

NounRelated TranslationsOther Translations
lepers lepralijders; melaatsen
leprosy sufferers lepralijders; melaatsen

Related Words for "lepralijders":


lepralijders form of lepralijder:

lepralijder [de ~ (m)] nomen

  1. de lepralijder (melaatse)
    the leper; the leprosy sufferer; the leprosy patients; the leprosy patient

Translation Matrix for lepralijder:

NounRelated TranslationsOther Translations
leper lepralijder; melaatse lepralijdster; melaatse
leprosy patient lepralijder; melaatse lepralijdster; melaatse
leprosy patients lepralijder; melaatse
leprosy sufferer lepralijder; melaatse lepralijdster; melaatse

Related Words for "lepralijder":