Dutch

Detailed Translations for lichtheid from Dutch to English

lichtheid:

lichtheid [de ~ (v)] nomen

  1. de lichtheid
    the lightness; the airiness

Translation Matrix for lichtheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
airiness lichtheid luchtigheid
lightness lichtheid luchtigheid

Related Words for "lichtheid":


lichtheid form of licht:


Translation Matrix for licht:

NounRelated TranslationsOther Translations
light lichtje
VerbRelated TranslationsOther Translations
light aandoen; aanmaken; aansteken; aanstrijken; aanzetten; beschijnen; doen branden; doen ontvlammen; inschakelen; licht aansteken; lichter worden van kleur; ontsteken; oplichten; starten; verlichten; vuur maken; vuurmaken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
effortless eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel in een handomdraai; moeiteloos; vanzelf; zonder moeite
simple eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel achtergebleven; achterlijk; argeloos; bescheiden; dunnetjes; eenvoudig; magertjes; naief; naïef; nederig; niet voornaam; ongecompliceerd; onnozel; schraal; schraaltjes; simpel; sobertjes; van eenvoudige komaf
AdverbRelated TranslationsOther Translations
easily eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel gemakkelijk; verreweg
ModifierRelated TranslationsOther Translations
easy eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel eenvoudig; gerust; in een handomdraai; langzaamaan; luchthartig; moeiteloos; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; ongecompliceerd; simpel; vanzelf; zonder moeite; zorgeloos
light licht; lichtwegend; niet donker loszinnig; vederlicht
not dark licht; niet donker
not difficult eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel
not hard eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel

Related Words for "licht":


Antonyms for "licht":


Related Definitions for "licht":

  1. dichter bij wit dan bij zwart1
    • geel is een lichte kleur1
  2. gemakkelijk of soepel1
    • deze fiets loopt erg licht1
  3. lamp1
    • wil jij het licht uitdoen?1
  4. waar alles heel goed te zien is1
    • dit is een lichte kamer met al die ramen1
  5. wat niet ernstig is1
    • hij heeft een lichte griep1
  6. wat uit de zon of uit een lamp straalt1
    • deze lamp geeft veel licht1
  7. wat weinig inspanning vraagt1
    • dat is een lichte opleiding1
  8. wat weinig weegt1
    • deze koffer kan ik wel dragen, hij is erg licht1

Wiktionary Translations for licht:

licht
noun
  1. Elektromagnetische golven
adjective
  1. Helder van kleur
  2. van een gewicht
licht
adjective
  1. lightweight
  2. low in calories
  3. low in fat, calories, alcohol, salt, etc.
  4. of low weight
  5. pale in colour
  6. having light
noun
  1. spiritual truth
  2. source of light
  3. electromagnetic wave

Cross Translation:
FromToVia
licht light leicht — ein geringes Gewicht habend
licht clear; bright; light; shiny; distinct; plain; obvious; explicit; lucid; straightforward; light-coloured clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
licht weak; faint; light; feeble; frail; weedy faiblepersonne qui manquer de puissance, de ressources.
licht luminous; brilliant; bright; light lumineux — Qui a, qui jette de la lumière.
licht light lumière — physique|fr radiation électromagnétique qui peut produire une sensation visuelle.
licht light léger — Dont le poids est faible, qui ne pèse guère.
licht superficial; shallow; cursory; surface superficiel — Qui n’intéresser que la superficie, qui est uniquement en surface.