Summary
Dutch
Detailed Translations for liquideren from Dutch to English
liquideren:
-
liquideren (uitroeien)
-
liquideren (uit de weg ruimen; afmaken; koudmaken)
-
liquideren (doden; vermoorden; van kant maken; doodmaken; afmaken; doodslaan; ombrengen)
Conjugations for liquideren:
o.t.t.
- liquideer
- liquideert
- liquideert
- liquideren
- liquideren
- liquideren
o.v.t.
- liquideerde
- liquideerde
- liquideerde
- liquideerden
- liquideerden
- liquideerden
v.t.t.
- heb geliquideerd
- hebt geliquideerd
- heeft geliquideerd
- hebben geliquideerd
- hebben geliquideerd
- hebben geliquideerd
v.v.t.
- had geliquideerd
- had geliquideerd
- had geliquideerd
- hadden geliquideerd
- hadden geliquideerd
- hadden geliquideerd
o.t.t.t.
- zal liquideren
- zult liquideren
- zal liquideren
- zullen liquideren
- zullen liquideren
- zullen liquideren
o.v.t.t.
- zou liquideren
- zou liquideren
- zou liquideren
- zouden liquideren
- zouden liquideren
- zouden liquideren
en verder
- ben geliquideerd
- bent geliquideerd
- is geliquideerd
- zijn geliquideerd
- zijn geliquideerd
- zijn geliquideerd
diversen
- liquideer!
- liquideert!
- geliquideerd
- liquiderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for liquideren:
Wiktionary Translations for liquideren:
liquideren
Cross Translation:
verb
-
afwikkelen, verrekenen
- liquideren → liquidate
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• liquideren | → liquidate | ↔ liquider — Régler définitivement une affaire en cours |
• liquideren | → get rid of; abolish; delete; annul; nullify | ↔ supprimer — Traductions à trier suivant le sens |
External Machine Translations: