Dutch
Detailed Translations for los van elkaar from Dutch to English
los van elkaar:
-
los van elkaar (gescheiden; apart; separaat)
Translation Matrix for los van elkaar:
Verb | Related Translations | Other Translations |
separate | afscheiden; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; delen; hakken; in stukken hakken; isoleren; loskoppelen; opdelen; opsplitsen; scheiden; separeren; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteenhalen; uitsplitsen; van elkaar gaan | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
separate | apart; gescheiden; los van elkaar; separaat | afzonderlijk; alleenstaand; apart; besloten; bijzonder; enig; enig in zijn soort; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; op zich; op zichzelf staand; privé; separaat; uniek; vrijstaand |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
apart | apart; gescheiden; los van elkaar; separaat | afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; ontbonden; op zich; op zichzelf staand; opgeheven; separaat; uit elkaar; uit elkander; uiteen; uiteengegaan; uiteengevallen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen; vrijstaand |