Dutch

Detailed Translations for machtigingen from Dutch to English

machtigingen:

machtigingen [de ~] nomen, plural

  1. de machtigingen (volmachten)
    the authorizations; the proxies; the representatives; the solicitors
  2. de machtigingen (toegangsmachtigingen)
    the permissions; the access permissions
    – Authorization to perform operations associated with a specific shared resource, such as a file, directory, or printer. Permissions must be granted by the system administrator to individual user accounts or administrative groups. 1

Translation Matrix for machtigingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
access permissions machtigingen; toegangsmachtigingen
authorizations machtigingen; volmachten
permissions machtigingen; toegangsmachtigingen
proxies machtigingen; volmachten mandaten
representatives machtigingen; volmachten
solicitors machtigingen; volmachten

Related Words for "machtigingen":


machtigingen form of machtiging:

machtiging [de ~ (v)] nomen

  1. de machtiging (autorisatie; volmacht; toestemming; fiat)
    the authorization; the power of attorney; the approval; the mandate; the fiat; the authority; the licence; the power; the license; the authorisation
  2. de machtiging (autorisatie; toestemming; fiat)
    the authorization; the authorisation
  3. de machtiging
    the permission
    – A rule associated with an object to regulate which users can gain access to the object and in what manner. Permissions are assigned or denied by the object's owner. 1

Translation Matrix for machtiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
approval autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht accoord; afspraak; akkoord; bijval; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; homologatie; instemming; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming
authorisation autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht bekrachtiging; bevestiging; ratificering
authority autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht autoriteit; bevoegd zijn; bevoegdheid; deskundige; expert; geven van volmacht; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; mandaat; procuratie; specialist; vakkundige; vergunning; vermogen; volmacht
authorization autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht autorisatie; bekrachtiging; bevestiging; ratificering
fiat autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht
licence autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht brevet; certificaat; charter; diploma; licentie; oorkonde; rijbewijs; vergunning; vergunningsrecht; vrijbrief; vrijgeleide
license autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht brevet; certificaat; charter; diploma; licentie; oorkonde; rijbewijs; vergunning; vergunningsrecht; vrijbrief; vrijgeleide
mandate autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht bevelschrift; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; licentie; mandaat; procuratie; vergunning; volmacht
permission machtiging afspraak; akkoord; bekrachtiging; fiat; goedkeuring; goedvinden; instemming; licentie; overeenkomst; permissie; ratificering; regeling; schikking; toestemming; vergunning
power autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; capaciteit; dynamiek; electrische stroom; energie; felheid; fiksheid; gezag; gezaghebbers; heerschappij; kracht; macht; mogendheden; mogendheid; sterkte; stroom; vermogen
power of attorney autorisatie; fiat; machtiging; toestemming; volmacht volmacht

Related Words for "machtiging":


Wiktionary Translations for machtiging:

machtiging
noun
  1. formal sanction, permission or warrant
  2. act of authorizing

Cross Translation:
FromToVia
machtiging authority; power VollmachtRecht: rechtsgeschäftlich erteilte Vertretungsmacht, also Auftrag oder Erlaubnis für eine Person, als Vertreter im Namen einer anderen Person zu handeln oder Entscheidungen zu treffen
machtiging authorization; authorisation; clearance; empowerment; permission; leave; dispensation autorisationaction d’autoriser.