Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. makelij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for makelij from Dutch to English

makelij:

makelij [de ~ (v)] nomen

  1. de makelij
    the manufacture; the make

Translation Matrix for makelij:

NounRelated TranslationsOther Translations
make makelij maak; merk
manufacture makelij constructie; fabricage; fabricatie; fabrikaat; maak; maaksel; maken; merk; product; productie; vervaardiging
VerbRelated TranslationsOther Translations
make afwisselen; fabriceren; herzien; in het leven roepen; maken; produceren; scheppen; veranderen; vervaardigen; verwisselen; voortbrengen; wijzigen
manufacture fabriceren; in het leven roepen; maken; produceren; scheppen; vervaardigen; voortbrengen

Wiktionary Translations for makelij:


Cross Translation:
FromToVia
makelij style Bauart — die Art und Weise, auf die z. B. ein Gebäude gebaut ist

Related Translations for makelij