Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. manschappen:


Dutch

Detailed Translations for manschappen from Dutch to English

manschappen:

manschappen [de ~] nomen, plural

  1. de manschappen (legers)
    the crew; the team; the gang

Translation Matrix for manschappen:

NounRelated TranslationsOther Translations
crew legers; manschappen bemanning; personeel; scheepsvolk; staf; varend en vliegend personeel
gang legers; manschappen accumulatie; bende; drom; groep; groep jongeren; hoop; horde; massa; menigte; meute; partij; ploeg; samenscholing; schare; team; troep
team legers; manschappen elf; elftal; equipe; groep van twee of meer; koppel; partij; ploeg; span; stel; team; werkgroep
VerbRelated TranslationsOther Translations
crew bemannen

Related Translations for manschappen