Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. mast:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mast from Dutch to English

mast:

mast [de ~ (m)] nomen

  1. de mast (paal)
    the pole
    – a long (usually round) rod of wood or metal or plastic 1
    • pole [the ~] nomen
    the stake
    the post
    – a pole or stake set up to mark something (as the start or end of a race track) 1
    • post [the ~] nomen
      • a pair of posts marked the goal1

Translation Matrix for mast:

NounRelated TranslationsOther Translations
pole mast; paal pool
post mast; paal ambt; baan; bericht; betrekking; dienstbetrekking; functie; gebrachte brieven; job; pijler; pilaar; positie; post; standoord; wachtpost
stake mast; paal brandstapel; staak
VerbRelated TranslationsOther Translations
post boeken; op de bus doen; plaatsen; posten; situeren; zich afspelen
stake inzetten; speelgeld inzetten

Related Words for "mast":


Wiktionary Translations for mast:

mast
noun
  1. lange, rechtop staande paal midden op het schip
  2. palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden
  3. lange paal voor vlaggen
  4. hoge antenne
  5. varkensvoer
mast
noun
  1. support of a sail

Cross Translation:
FromToVia
mast mast; pylon Mast — senkrecht stehender pfeilerähnlicher Träger (allgemein)
mast mast Mast — wie [1] aber speziell auf Schiffen (Plural 2, das Kollektiv Schiff ist bereits bestimmt)
mast mast; spar mâtpièce de bois, de tôle ou d’acier, longue, ronde et droite, dresser sur un navire et destinée à porter les voiles.