Dutch
Detailed Translations for maximaliseren from Dutch to English
maximaliseren:
-
maximaliseren
-
maximaliseren
Conjugations for maximaliseren:
o.t.t.
- maximaliseer
- maximaliseert
- maximaliseert
- maximaliseren
- maximaliseren
- maximaliseren
o.v.t.
- maximaliseerde
- maximaliseerde
- maximaliseerde
- maximaliseerden
- maximaliseerden
- maximaliseerden
v.t.t.
- heb gemaximaliseerd
- hebt gemaximaliseerd
- heeft gemaximaliseerd
- hebben gemaximaliseerd
- hebben gemaximaliseerd
- hebben gemaximaliseerd
v.v.t.
- had gemaximaliseerd
- had gemaximaliseerd
- had gemaximaliseerd
- hadden gemaximaliseerd
- hadden gemaximaliseerd
- hadden gemaximaliseerd
o.t.t.t.
- zal maximaliseren
- zult maximaliseren
- zal maximaliseren
- zullen maximaliseren
- zullen maximaliseren
- zullen maximaliseren
o.v.t.t.
- zou maximaliseren
- zou maximaliseren
- zou maximaliseren
- zouden maximaliseren
- zouden maximaliseren
- zouden maximaliseren
en verder
- is gemaximaliseerd
- zijn gemaximaliseerd
diversen
- maximaliseer!
- maximaliseert!
- gemaximaliseerd
- maximaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for maximaliseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
maximise | maximaliseren | |
maximize | maximaliseren |