Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. medeplichtigheid:
  2. medeplichtig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for medeplichtigheid from Dutch to English

medeplichtigheid:

medeplichtigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de medeplichtigheid (betrokkenheid)
  2. de medeplichtigheid
    the complicity

Translation Matrix for medeplichtigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
acting as an accomplice betrokkenheid; medeplichtigheid
acting as as an accessory betrokkenheid; medeplichtigheid
acting as partisan to betrokkenheid; medeplichtigheid
complicity betrokkenheid; medeplichtigheid

Related Words for "medeplichtigheid":


Wiktionary Translations for medeplichtigheid:

medeplichtigheid
noun
  1. het ook schuld hebben aan een misdrijf

medeplichtigheid form of medeplichtig:

medeplichtig adj

  1. medeplichtig (medeschuldig)

Translation Matrix for medeplichtig:

NounRelated TranslationsOther Translations
accessory accessoire; hulpstuk; randapparaat
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
accessory medeplichtig; medeschuldig medeschuldig

Related Words for "medeplichtig":


Related Definitions for "medeplichtig":

  1. wie bewust heeft meegewerkt aan iets dat verboden is1
    • hij heeft gestolen spullen gekocht dus hij is medeplichtig1

Wiktionary Translations for medeplichtig:

medeplichtig
adjective
  1. bewust bijgedragen hebbend tot een wandaad
medeplichtig
adjective
  1. assisting a crime
  2. with knowledge of; party to; let in on

Cross Translation:
FromToVia
medeplichtig complicit; in on it complice — Qui participer au délit ou au crime commis par un autre.