Summary


Dutch

Detailed Translations for nar from Dutch to English

nar:

nar [de ~ (m)] nomen

  1. de nar (kwibus; hansworst; gek; kwast; zot)
    the buffoon; the prig; the coxcomb; the jackanapes; the merry Andrew; the jack pudding; the dandy; the fop; the clown
  2. de nar (hofnar)
    the court jester

Translation Matrix for nar:

NounRelated TranslationsOther Translations
buffoon gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; clown; gek; geschifte; grappenmaker; harlekijn; idioot; pierrot; potsenmaker; waanzinnige; zwakzinnige
clown gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot achterlijke; clown; gek; geschifte; grappenmaker; guit; harlekijn; idioot; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; pierrot; potsenmaker; snaak; uilenspiegel; waanzinnige; zwakzinnige
court jester hofnar; nar joker
coxcomb gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot
dandy gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot dandy; fat; fatje; heertje; jol; kwast; pedant; saletjonker; salonheld
fop gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot dandy; fat; fatje; heertje; kwast; pedant; saletjonker; salonheld
jack pudding gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot
jackanapes gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot stouterd
merry Andrew gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot
prig gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot

Related Words for "nar":


Wiktionary Translations for nar:

nar
noun
  1. person in a mediaeval royal court

Cross Translation:
FromToVia
nar court jester; jerk Narr — ein Gaukler und Spaßmacher im Mittelalter bei Hofe
nar jester; buffoon bouffon — (histoire) Personnage dont la fonction était d’amuser la cour des nobles.
nar fool fou — Bouffon au service d’une personnalité importante.