Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. nauwsluitend:


Dutch

Detailed Translations for nauwsluitend from Dutch to English

nauwsluitend:

nauwsluitend adj

  1. nauwsluitend (strak; nauw)
    tight

Translation Matrix for nauwsluitend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
tight eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
tight nauw; nauwsluitend; strak beschonken; bezopen; dicht op elkaar; dronken; ladderzat; zat

Related Words for "nauwsluitend":

  • nauwsluitende