Dutch
Detailed Translations for omhoogschieten from Dutch to English
omhoogschieten:
-
omhoogschieten
Conjugations for omhoogschieten:
o.t.t.
- schiet omhoog
- schiet omhoog
- schiet omhoog
- schieten omhoog
- schieten omhoog
- schieten omhoog
o.v.t.
- schoot omhoog
- schoot omhoog
- schoot omhoog
- schoten omhoog
- schoten omhoog
- schoten omhoog
v.t.t.
- ben omhooggeschoten
- bent omhooggeschoten
- is omhooggeschoten
- zijn omhooggeschoten
- zijn omhooggeschoten
- zijn omhooggeschoten
v.v.t.
- was omhooggeschoten
- was omhooggeschoten
- was omhooggeschoten
- waren omhooggeschoten
- waren omhooggeschoten
- waren omhooggeschoten
o.t.t.t.
- zal omhoogschieten
- zult omhoogschieten
- zal omhoogschieten
- zullen omhoogschieten
- zullen omhoogschieten
- zullen omhoogschieten
o.v.t.t.
- zou omhoogschieten
- zou omhoogschieten
- zou omhoogschieten
- zouden omhoogschieten
- zouden omhoogschieten
- zouden omhoogschieten
diversen
- schiet omhoog!
- schiet omhoog!
- omhooggeschoten
- omhoogschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omhoogschieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
shoot up | omhoogschieten |