Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omlaaghangen:


Dutch

Detailed Translations for omlaaghangen from Dutch to English

omlaaghangen:

omlaaghangen verb (hang omlaag, hangt omlaag, hing onlaag, hingen omlaag, omlaaggehangen)

  1. omlaaghangen (naar beneden hangen)
    to hang down
    • hang down verb (hangs down, hung down, hanging down)

Conjugations for omlaaghangen:

o.t.t.
  1. hang omlaag
  2. hangt omlaag
  3. hangt omlaag
  4. hangen omlaag
  5. hangen omlaag
  6. hangen omlaag
o.v.t.
  1. hing omlaag
  2. hing omlaag
  3. hing onlaag
  4. hingen onlaag
  5. hingen omlaag
  6. hingen omlaag
v.t.t.
  1. heb omlaaggehangen
  2. hebt omlaaggehangen
  3. heeft omlaaggehangen
  4. hebben omlaaggehangen
  5. hebben omlaaggehangen
  6. hebben omlaaggehangen
v.v.t.
  1. had omlaaggehangen
  2. had omlaaggehangen
  3. had omlaaggehangen
  4. hadden omlaaggehangen
  5. hadden omlaaggehangen
  6. hadden omlaaggehangen
o.t.t.t.
  1. zal omlaaghangen
  2. zult omlaaghangen
  3. zal omlaaghangen
  4. zullen omlaaghangen
  5. zullen omlaaghangen
  6. zullen omlaaghangen
o.v.t.t.
  1. zou omlaaghangen
  2. zou omlaaghangen
  3. zou omlaaghangen
  4. zouden omlaaghangen
  5. zouden omlaaghangen
  6. zouden omlaaghangen
diversen
  1. hang omlaag!
  2. hangt omlaag!
  3. omlaaggehangen
  4. omlaaghangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omlaaghangen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hang down naar beneden hangen; omlaaghangen naarbeneden hangen