Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omslagdoeken:
  2. omslagdoek:


Dutch

Detailed Translations for omslagdoeken from Dutch to English

omslagdoeken:

omslagdoeken [de ~] nomen, plural

  1. de omslagdoeken (sjaals)
    the shawls

Translation Matrix for omslagdoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
shawls omslagdoeken; sjaals

Related Words for "omslagdoeken":


omslagdoeken form of omslagdoek:

omslagdoek [de ~ (m)] nomen

  1. de omslagdoek (sjaal; shawl)
    the kerchief; the shawl; the wrap

Translation Matrix for omslagdoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
kerchief omslagdoek; shawl; sjaal
shawl omslagdoek; shawl; sjaal das; haardoek; halsdoek; hoofddoek; shawl; sjaal
wrap omslagdoek; shawl; sjaal das; halsdoek; shawl; sjaal; wrap
VerbRelated TranslationsOther Translations
wrap bedekken; bemantelen; emballeren; hullen; inhullen; inpakken; inwikkelen; maskeren; omhullen; verhullen; verpakken; versluieren

Related Words for "omslagdoek":