Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omvang:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for omvang:
    • magnitude


Dutch

Detailed Translations for omvang from Dutch to English

omvang:

omvang [de ~ (m)] nomen

  1. de omvang (grootte; mate; dimensie; )
    the dimension; the size; the extent; the measure; the circumference
  2. de omvang
    the extent; the viewport extent
    – The width or height of the viewport. 1

Translation Matrix for omvang:

NounRelated TranslationsOther Translations
circumference afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang cirkelomtrek; omtrek; vorm
dimension afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang dimensie
extent afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang gebied; kwantiteit; mate
measure afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang beslissing; gematigdheid; ingetogenheid; maatbeker; maateenheid; maatregel; maatstaf; matigheid; norm; raadsbesluit; schikking; standaard; stemmigheid; voorziening
size afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang aantal; figuur; gedaante; gestalte; grootte in de ruimte; hoeveelheid; inhoud; kwantiteit; lichaamspostuur; postuur; volume; vorm
viewport extent omvang
VerbRelated TranslationsOther Translations
measure diepte bepalen; meten; opmeten; peilen
size grootte wijzigen

Related Words for "omvang":

  • omvangen

Wiktionary Translations for omvang:

omvang
noun
  1. the distance measured around an object
  2. area
  3. magnitude

Cross Translation:
FromToVia
omvang perimeter; circumference UmfangGeometrie: Länge des Randes einer Fläche
omvang extent Umfang — Ausmaß
omvang bulk; dimension; size; breadth; scale; scope; extent; range ampleurcaractère de ce qui est ample.
omvang cut; height; stature; figure; waist; size; measure; measurement; bulk; dimension; breadth; scale; scope; extent; range taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.