Summary


Dutch

Detailed Translations for onbelangrijk iets from Dutch to English

onbelangrijk iets:

onbelangrijk iets [znw.] nomen

  1. onbelangrijk iets (kleinigheid; futiliteit; bagatel; )
    the trifle; the futility; the small thing; the small affair; the something unimportant; the small matter

Translation Matrix for onbelangrijk iets:

NounRelated TranslationsOther Translations
futility bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje bagatel; kleinigheid; peulenschil; wissewasje
small affair bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje bagatel; kleinigheid; peulenschil; wissewasje
small matter bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje bagatel; kleinigheid; peulenschil; wissewasje
small thing bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje bagatel; kleinigheid; peulenschil; snuisterij; wissewasje
something unimportant bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje bagatel; kleinigheid; peulenschil; wissewasje
trifle bagatel; dingetje; futiliteit; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje akkefietje; bagatel; kleinigheid; liflafje; peulenschil; wissewasje
VerbRelated TranslationsOther Translations
trifle keutelen

Related Translations for onbelangrijk iets