Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onbestaanbaarheid:
  2. onbestaanbaar:


Dutch

Detailed Translations for onbestaanbaarheid from Dutch to English

onbestaanbaarheid:

onbestaanbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de onbestaanbaarheid
    the incompatibility; the inconsistency; the impossibility

Translation Matrix for onbestaanbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
impossibility onbestaanbaarheid onmogelijkheid
incompatibility onbestaanbaarheid het tegenstrijdig zijn; onverenigbaarheid; strijdigheid
inconsistency onbestaanbaarheid inconsequentie; inconsistentie

Related Words for "onbestaanbaarheid":


onbestaanbaar:

onbestaanbaar adj

  1. onbestaanbaar

Translation Matrix for onbestaanbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
impossible onbestaanbaar hopeloos; kansloos; onmogelijk; uitzichtloos

Related Words for "onbestaanbaar":