Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ondeelbaarheid:
  2. ondeelbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ondeelbaarheid from Dutch to English

ondeelbaarheid:

ondeelbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de ondeelbaarheid
    the indivisibility

Translation Matrix for ondeelbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
indivisibility ondeelbaarheid

Related Words for "ondeelbaarheid":


ondeelbaar:

ondeelbaar adj

  1. ondeelbaar

Translation Matrix for ondeelbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
indivisible ondeelbaar
infinitesimal ondeelbaar gering; luttel; miniem; minimaal; minste; weinig

Related Words for "ondeelbaar":


Wiktionary Translations for ondeelbaar:


Cross Translation:
FromToVia
ondeelbaar indivisible indivisible — Qui ne peut être diviser.

External Machine Translations: