Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate ontvluchting
Translate
ontvluchting
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
ontvluchting:
breakout
;
escaping
;
break
;
escape
;
getting away
;
jailbreak
;
flight
Dutch
Detailed Translations for
ontvluchting
from Dutch to English
ontvluchting:
ontvluchting
[
de ~ (v)
]
nomen
de ontvluchting
(
ontsnapping
;
uitbraak
;
uitbreken
)
the
breakout
;
the
escaping
;
the
break
;
the
escape
;
the
getting away
;
the
jailbreak
breakout
[
the ~
]
nomen
escaping
[
the ~
]
nomen
break
[
the ~
]
nomen
escape
[
the ~
]
nomen
getting away
[
the ~
]
nomen
jailbreak
[
the ~
]
nomen
the
flight
– the act of escaping physically
1
flight
[
the ~
]
nomen
his flight was an indication of his guilt
1
Translation Matrix for ontvluchting:
Noun
Related Translations
Other Translations
break
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
breuk
;
fractuur
;
lunch
;
lunchpauze
;
lunchtijd
;
middagpauze
;
onderbreking
;
pauze
;
rust
;
rustpauze
;
rustpoos
;
rusttijd
;
schafttijd
;
schaftuur
;
speelkwartier
;
tussenpoos
;
verpozing
breakout
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
escape
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
escaping
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
flight
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
trap
;
vliegreis
;
vliegtocht
;
vlucht
getting away
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
jailbreak
ontsnapping
;
ontvluchting
;
uitbraak
;
uitbreken
Verb
Related Translations
Other Translations
break
aan stukken breken
;
aan stukken slaan
;
breken
;
in stukken breken
;
ingooien
;
inslaan
;
kapot maken
;
kapotbreken
;
kapotgaan
;
kapotmaken
;
kapotslaan
;
knakken
;
licht worden
;
lichten
;
met opzet kapotmaken
;
moeren
;
mollen
;
onklaar raken
;
slechten
;
stukbreken
;
stukgaan
;
stukslaan
;
verbrijzelen
;
zich misdragen
escape
aan iemands aandacht ontgaan
;
ontgaan
;
ontglippen
;
ontkomen
;
ontschieten
;
ontsnappen
;
ontsnappen aan
;
ontvallen
;
ontvluchten
;
per ongeluk zeggen
;
uitwijken
;
vluchten
;
wegkomen
;
weglopen
;
wegrennen
;
wegvluchten
;
zich vrijmaken
Related Words for "ontvluchting":
ontvluchtingen
1
WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University
Remove Ads
Remove Ads