Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onvermurwbaarheid:
  2. onvermurwbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onvermurwbaarheid from Dutch to English

onvermurwbaarheid:

onvermurwbaarheid [znw.] nomen

  1. onvermurwbaarheid (onwrikbaarheid)
    the obduracy

Translation Matrix for onvermurwbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
obduracy onvermurwbaarheid; onwrikbaarheid verhardheid; verstoktheid

Related Words for "onvermurwbaarheid":


onvermurwbaar:


Translation Matrix for onvermurwbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
inexorable onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
precise onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; correct; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; kloppend; met grote juistheid; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; ragfijn; secuur; stipt; uitgerekend; voorzichtig; waar; zorgvuldig
stringent onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; bindend; dringend; dwingend; gedetailleerd; klemmend; met spoed; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; rigoureus; secuur; spoedeisend; stipt; streng; strikt; stringent; urgent; zorgvuldig
unrelenting onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
unyielding onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; koppig; ontoegefelijk; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
AdverbRelated TranslationsOther Translations
precisely onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig

Related Words for "onvermurwbaar":


Wiktionary Translations for onvermurwbaar:

onvermurwbaar
adjective
  1. determined; unshakeable; unyielding