Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opleving:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opleving from Dutch to English

opleving:

opleving [de ~ (v)] nomen

  1. de opleving (herleving; opbloei)
    the revival; the pickup; the recovery

Translation Matrix for opleving:

NounRelated TranslationsOther Translations
pickup herleving; opbloei; opleving lifter
recovery herleving; opbloei; opleving beter worden; genezing; gezond worden; heling; herbouwing; herneming; herovering; herstel; herstelling; incassering; incasso; innen; inning; invordering; reparatie; restauratie; vordering
revival herleving; opbloei; opleving comeback; herhaling; herleving; nog eens doen; renaissance; reprise; wedergeboorte

Related Words for "opleving":

  • oplevingen

Wiktionary Translations for opleving:

opleving
noun
  1. een periode van hernieuwde sterkte

Related Translations for opleving