Dutch
Detailed Translations for ordonneren from Dutch to English
ordonneren:
-
ordonneren (afkondigen; decreteren; verordenen; verordineren)
Translation Matrix for ordonneren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
call | aanroepen; bellen; belletje; convocatie; geluidssein; geluidssignaal; lokroep; loktoon; opbellen; oproep; oproeping; praaien; telefonisch bericht; telefoontje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
call | afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren | aanbellen; aanroepen; bellen; benoemen; bestempelen; betitelen; bijeenroepen; bonzen; convoceren; een naam geven; erbij halen; erbij roepen; iemand opbellen; luiden; noemen; opbellen; praaien; roepen; samenroepen; telefoontje plegen; vernoemen |
give notice of | afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren | aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen |
proclaim | afkondigen; decreteren; ordonneren; verordenen; verordineren | aankondigen; afkondigen; afroepen; annonceren; bekendmaken; namen afroepen; omroepen; proclameren |