Dutch
Detailed Translations for overgiet from Dutch to English
overgieten:
-
overgieten (overstorten; overschenken)
Conjugations for overgieten:
o.t.t.
- overgiet
- overgiet
- overgiet
- overgieten
- overgieten
- overgieten
o.v.t.
- overgoot
- overgoot
- overgoot
- overgoten
- overgoten
- overgoten
v.t.t.
- heb overgoten
- hebt overgoten
- heeft overgoten
- hebben overgoten
- hebben overgoten
- hebben overgoten
v.v.t.
- had overgoten
- had overgoten
- had overgoten
- hadden overgoten
- hadden overgoten
- hadden overgoten
o.t.t.t.
- zal overgieten
- zult overgieten
- zal overgieten
- zullen overgieten
- zullen overgieten
- zullen overgieten
o.v.t.t.
- zou overgieten
- zou overgieten
- zou overgieten
- zouden overgieten
- zouden overgieten
- zouden overgieten
en verder
- ben overgoten
- bent overgoten
- is overgoten
- zijn overgoten
- zijn overgoten
- zijn overgoten
diversen
- overgiet!
- overgiet!
- overgoten
- overgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overgieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
pour into | overgieten; overschenken; overstorten | |
pour over | overgieten; overschenken; overstorten |
Wiktionary Translations for overgieten:
overgieten
verb
overgieten
-
(overgankelijk) door te gieten in een ander vat brengen
- overgieten → pour
verb
-
to pour from one vessel into another