Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overheersing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overheersing from Dutch to English

overheersing:

overheersing [de ~ (v)] nomen

  1. de overheersing
    the domination; the rule

Translation Matrix for overheersing:

NounRelated TranslationsOther Translations
domination overheersing dominering
rule overheersing bewind; dienstvoorschrift; filter; gezag; macht; regel; regentschap; regeringsstelsel; regime; reglement; richtlijn; richtsnoer; staatsbestel; stelregel; voorschrift; wetmatigheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
rule bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; heersen van griep; macht uitoefenen; opdragen; overheersen; regeren; verordenen; verordonneren; verspreiden van ziekte

Related Words for "overheersing":

  • overheersingen

Wiktionary Translations for overheersing:

overheersing
noun
  1. het overheersen
overheersing
noun
  1. act of dominating
  2. being in a position over others